Toen ik nog in Leiden woonde, ging ik bijna iedere week op zaterdag naar de markt. Ik woonde bijna om de hoek bij de markt en ik ging er dus vaak meerdere keren per dag langs. Soms voor een bloemetje, vaker voor groente of fruit, maar altijd wel voor bakkerij ’t Stoepje. Deze marktbakker was het eerste kraampje dat ik tegenkwam als ik de markt opliep en ik kon er eigenlijk nooit langslopen zonder iets te kopen (iets met een e-nor-me liefde voor brood, broodjes, eierkoeken en zo 😉 ). En eigenlijk haalde ik er ook altijd hetzelfde: kaneelsmullies en suikerbroodjes. Die eerste waren heerlijke kaneelbroodjes, die tweede kwarkbolletjes met veel suiker. Deze broodjes en bolletjes waren niet alleen bij mij populair, bij deze bakker moest je voor het middaguur langs om zeker te zijn dat je niet misgreep. Er stonden altijd dikke rijen.

Nu ik niet meer in Leiden woon, kom ik minder vaak bij bakker ’t Stoepje. Hier in Delft komt deze fijne marktbakker wel, maar op de donderdagmarkt en daar ga ik niet zo vaak heen. Toen ik laatst toch weer eens op de markt liep op donderdag en bakkerij ’t Stoepje zag staan, heb ik natuurlijk meteen een zak kaneelsmullies meegenomen. Ik bedacht me op de terugweg van de markt dat het fijn zou zijn om deze broodjes zelf te kunnen maken.

En dat is, lieve mensen, waarom ik geprobeerd heb om deze heerlijke kaneelbroodjes zelf na te maken. Ik durf te beweren dat dat zelfs best wel goed is gelukt. Probeer ze zelf eens! En laat je me weten of je er net zo’n fan van bent als ik? Vind ik leuk! Enjoy!

Wat heb je nodig voor 8 heerlijke kaneelbroodjes?

• 400 gram bloem
• 1 theelepel bakpoeder
• 3/4 theelepel baking soda
• 1/2 theelepel zout
• 2 eetlepels suiker
• 165 gram roomboter, heel koud
• 250 ml karnemelk
• 100 gram kaneelsuiker
• 2 eetlepels melk

Hoe maak je deze lekkere broodjes?

1. Verwarm de oven voor op 230 graden.

2. Doe de bloem in een kom. Voeg hier het bakpoeder, de baking soda, het zout en de suiker aan toe en roer goed door met een pollepel of spatel.

3. Snijd daarna de boter in kleine blokjes. Zorg dat je de boter niet te warm maakt met je handen, of zet de blokjes boter nog even weg in de koelkast. De boter moet echt goed koud zijn!

4. Doe de koude blokjes bij het bloemmengsel en gebruik nu je handen om de boter door de bloem te mengen. Doe dit door steeds wat blokjes boter vast te pakken met wat bloem erbij en met je duimen de blokjes boter te verpulveren. Gebruik geen mixer! Het is juist de bedoeling dat het deeg wat brokkelig blijft zodat de broodjes straks zo heerlijk fluffy kunnen worden.

5. Stop met mixen met je handen als alle blokjes boter zijn verpulverd en zijn gemixt met bloem. Voeg dan de karnemelk toe en roer met je pollepel totdat je een relatief vast deeg hebt. Pas op: het blijft brokkelig! Dat hoort zo.

6. Meng nu de kaneelsuiker in een bakje met 1 eetlepel melk en roer door. Er moeten brokjes kaneelsuiker ontstaan. Voeg nog een eetlepel melk toe als dat nodig is en eventueel nog een.

7. Roer dan de kaneelsuikerbrokjes door het deeg.

8. Bedek een bakplaat met een vel bakpapier en stort hier je mix op. Vorm nu met je handen een cirkel van het deeg. Het deeg is ongeveer 1,5 tot 2 centimeter dik. Druk goed aan. Snijd nu met een scherp mes de cirkel doormidden, dan in kwarten en tenslotte in achten. Haal de verschillende taartpunten een stukje naar achteren, ze rijzen namelijk best nog wat in de oven.

9. Besprenkel de taartpuntjes met nog wat extra kaneelsuiker en bak de kaneelbroodjes vervolgens in 15 – 18 minuten af in de warme oven. Meteen opeten of even laten afkoelen.