Begin april. We zitten in het ziekenhuis, tegenover de arts. Hij heeft de onderzoeksresultaten voor zijn neus. Hij fronst, kucht en tikt met zijn pen op de tafel. ‘We gaan het ergste allereerst uitsluiten, meneer’, zegt hij. Hij tikt wat in in de computer en noemt vervolgens op wat er de komende tijd allemaal op de planning zal staan. De kramp schiet in m’n rug. Is dit het? Is dit het moment waarop alles anders gaat worden?
Ik kijk naar links, naar ‘de man’. Wat werd hij ineens ziek en wat zijn we daar allemaal van geschrokken. Dat de huisarts en de artsen in het ziekenhuis meteen alles op alles zetten om uit te zoeken wat er aan de hand was, was geruststellend en verontrustend tegelijkertijd. Want zo snel handelen, dat doen ze toch niet als er niets aan de hand is? Gelukkig is daar ook steeds ‘broer de internist’, die ons blijft vertellen dat zelfs een heel onschuldig virusje voor zeer ernstige ziektenbeelden kan zorgen. We besluiten dan ook na het bezoek aan de arts dat we pas in de vechtmodus gaan als dat nodig blijkt te zijn. Vooralsnog ondergaan we en wachten we af. Wat anders kunnen we doen?
De weken erna gaan we van onderzoek naar onderzoek en krijgen we geleidelijk aan een beetje meer vertrouwen. ‘De man’ voelt zich steeds ietsje beter en krijgt langzaam maar zeker weer zin om dingen te ondernemen. Het leven blijkt ook gewoon door te gaan. We kopen in deze weken zelfs een nieuwbouwhuis en proberen aan de toekomst te (blijven) denken.
En dan, op 6 mei, horen we dat het ergste uitgesloten kan worden. En weer drie weken later horen we dat ‘broer de internist’ inderdaad gelijk gekregen heeft: een relatief onschuldige virusinfectie blijkt alle opschudding te hebben veroorzaakt. Wat een sof! Maar vooral: wat onbeschrijflijk, onnoemelijk fijn.
En nu? Chocoladetaart!
Het was even stil op het blog, helaas. Gelukkig lijkt alles nu weer helemaal goed te gaan, met zowel ‘de man’ als met mij 🙂 En dat mag gevierd worden! Dat doen we met deze heerlijke, glutenvrije chocoladetaart*. Een van de meest makkelijk te maken taarten die je kunt vinden. Geloof me. Ik gebruikte er nauwelijks suiker voor en omdat ik ook geen granen toevoegde, krijg je een redelijke dichte, maar heerlijk naar chocolade smakende taart. Serveer ‘m in kleine stukjes, met wat lobbig geklopte slagroom en wat ijs of fruit. Heerlijk! Enjoy 🙂
(*ik baseerde dit recept op een recept van Everyday Food)
Wat heb je nodig voor 1 heerlijke glutenvrije taart?
- 400 gram pure chocolade, in blokjes
- 6 eieren
- 2 eetlepels suiker
- 1/2 eetlepel vanille-aroma
- 1/2 theelepel zout
- 200 ml slagroom, geklopt plus nog wat extra om te serveren
Extra nodig
- springvorm 22 cm
- aluminiumfolie
- bakpapier
- grote ovenschaal waar je springvorm inpast
- boter om in te vetten
Hoe maak je deze simpele chocoladetaart?
* Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed een bakvorm aan de onderkant met bakpapier en beboter de zijkanten. Vouw een flink stuk aluminiumfolie als een soort bakje om de onderkant van de springvorm. Dit zorgt er straks voor dat er geen water in je vorm kan komen.
1. Smelt de chocolade au bain marie. Laat afkoelen als de chocolade gesmolten is.
2. Klopt de slagroom met de hand of met de mixer lobbig en zet even weg.
3. Klop de eieren, de suiker, het vanille-aroma en het zout in de keukenmachine of met een mixer totdat je mix verdrievoudigd is.
4. Spatel de helft van je eiermix voorzichtig door de afgekoelde chocolade. Zorg dat je de lucht niet te veel uit je eiermix klopt. Als je het eerste deel van je eiermix door de chocolade hebt gespateld, kun je het tweede deel van je eiermix toevoegen.
5. Spatel vervolgens de slagroom door de eier-chocolademix en schenk de mix in de vorm.
6. Zet de springvorm in de ovenschaal en schenkt water in de ovenschaal totdat de springvorm tot de helft onderstaat. Zet de ovenschaal 30 minuten in de oven.
7. Laat de taart na het bakken afkoelen en zet ‘m daarna in de koelkast om volledig op te stijven. Serveer de taart met de extra slagroom en eventueel wat (rood) fruit of ijs.
0 reacties